Dinsdag 17 juni 2008.
Na een gezond ontbijt vervolgen we onze weg richting Nafplio.
Via Kranidi en Ligourio naderen we Nafplio vanuit het oosten.
We gaan naar het grote parkeerterrein aan de haven en parkeren
de camper aan het eind van de boulevard. Van hieruit kunnen we
nog een stuk langs de haven wandelen en hebben een mooi zicht
op het Palamidi kasteel en het Bourzi eiland. Een korte wandeling
door het nabijgelegen centrum geeft het gevoel in een italiaanse
stad te lopen, heel gezellig. Op het parkeerterrein is het erg
druk en we vinden het geen plaats om te overnachten. We gaan
op zoek naar het grote "camperstrand".
Nafplion
Nafplion is een gezellig havenstadje in de schaduw van een grote
rots waarop het Palamidi-kasteel staat. Dicht bij de haven ligt
het vestingeiland Bourzi met een Venetiaans fort. Op de Akronafplia
zijn de oudste sporen van bewoning in deze streek gevonden (3000
v. Chr.). Byzantijnen, Franken, Venetianen en Turken hebben elkaar
hier in de loop der tijd als heerser afgewisseld, maar de Grieken
hebben altijd onafhankelijkheid gewild. Van 1829 tot 1834 was
Nafplion eerste hoofdstad van het bevrijde Griekenland. In 1831
werd in Nafplion de eerste president Kapodistria door twee fanatieke
inwoners van de Mani vermoord.
Door een vergissing mijnerzijds
zoeken we het grote camperstrand (Palamidistrand) aan de verkeerde
(= west) kant van de stad. Hier is natuurlijk geen fatsoenlijke
plaats te vinden en uiteindelijk komen we uit in Kiveri (N 37°
31.649 E 022° 43.904) een leuk plaatsje ± 20 km voorbij
Nafplio. We staan aan het eind van het boulevardje, door de droge
rivierbedding, op een kiezelstrand langs het haventje. Later
komen er nog 2 campers bij, zodat we niet zo alleen staan.
|
Bourzi eiland
Palamidi kasteel
Boulevard in Nafplio
|
Zondag 22 juni 2008.
Vandaag bezoeken we Monemvasia,
een oude vestingstad op een rots die eens deel uit maakte van
het vaste land, maar in de vierde eeuw door een aardbeving van
het vaste land losgescheurd. De stad bestaat uit een boven- en
onderstad. De bovenstad was voor de gegoede burgers die neerkeken
(letterlijk en figuurlijk) op de bewoners van de benedenstad.
Helemaal boven op de rots is een vesting gebouwd die de stad
tegen aanvallen moest beschermen.
Monemvasia
[Uit Wikipedia,
de vrije encyclopedie]
Monemvasia is een historische Griekse vestingstad, buitengewoon
schilderachtig gelegen op een rotsachtig (schier)eiland in het
zuidoosten van de Peloponnesos, in de nomos Lakonia.
De stad dankt haar naam aan een smalle dijk, die de enige toegangsweg
van het vasteland tot het schiereiland vormt, en gaf in de Middeleeuwen
haar naam weer door aan een beroemde zoete wijn (Ned. Malvezij,
Fr. (Vin de) Malvoisie, Eng. Malmsey, It. Malvasia).
Geschiedenis
In de Oudheid was de rots waarop de stad ontstond een deel van
het vasteland, maar seismische activiteit maakte er in 375 een
eiland van, dat later door een dijk weer met het vasteland werd
verbonden. Inwoners van Laconië, opgejaagd door woeste horden
uit het noorden, zochten er een toevlucht en stichtten er in
de 6e eeuw (onder de regering van de Byzantijnse keizer Maurikios)
een heuse stad, die vanaf het vasteland niet te zien is.
In de 8e eeuw - de eerste schriftelijke vermelding dateert uit
723 - was Monemvasia door zijn strategische ligging reeds uitgegroeid
tot een bloeiende handelsnederzetting.
Verschillende Byzantijnse keizers verleenden de stad gunstige
privileges, waardoor de bewoners zich meestal loyaal opstelden
en talrijke aanvallen wisten af te slaan, o.m. van Arabische
(10e eeuw) en Normandische (12e eeuw) piraten. In 1249 gelukte
het Willem II van Villehardouin om de stad na een beleg van drie
jaar tot overgave te dwingen. Monemvasia bleef in zijn bezit
tot hij het in 1262, in ruil voor zijn vrijheid, moest afstaan
aan keizer Michaël VIII Palaiologos. Dat was voor de stad
het begin van de bloeitijd: het keizerlijke leger gebruikte ze
als vlootbasis voor de herovering van de Peloponnesos, en zo
groeide ze uit tot de belangrijkste haven van het despotaat Morea,
waarvan Mystras de hoofdstad was.
Toen de despoot Theodoros I Palaiologos (1382-1407) Monemvasia
in 1387 wilde uitleveren aan de Venetianen, kwamen de inwoners
in opstand tegen deze beslissing, waardoor de vesting (ondanks
een korte periode van Turkse overheersing in 1394) in Byzantijnse
handen bleef, tot de val van Constantinopel in 1453. Toen brak
een onzekere periode aan. In 1460, bij de opheffing van het despotaat
Morea, werd Monevasia tijdelijk een protectoraat van de Pauselijke
Staat, maar reeds in 1463 erkenden de inwoners bij verdrag de
Venetianen als hun heersers. Dezen zwaaiden er de plak van 1463
tot 1540, waarna de stad zonder strijd aan de Turken werd uitgeleverd.
De Turkse Halve Maan wapperde op de vestingmuren van 1540 tot
1690: in dat jaar werd Monemvasia heroverd door de troepen van
de Venetiaanse doge Francesco Morosini.
De tweede Turkse overheersing duurde van 1715 tot 1821, en al
was de bloeitijd reeds lang voorbij, Monemvasia bleef een belangrijk
exportcentrum voor de landbouwproducten uit de omgeving en werd
zelfs verheven tot hoofdstad van de Turkse vilaet Oost-Laconië.
Bisschop Makarios Melissinos riep in 1752 op tot de opstand tegen
de Turken, maar vooral het engagement van de inwoners in de zgn.
Orlofika had ernstige gevolgen: na de nederlaag van de Russische
troepen in 1770 werd Monemvasia met zware plundering bestraft,
wat het definitieve verval inluidde. Na deze afrekening woonden
er nog maar 150 Griekse families in de vesting.
Tijdens de eerste dagen van de Griekse onafhankelijkheidsoorlog
in 1821 werd het Turkse garnizoen in de stad belegerd (van 28
maart tot 1 augustus) en - ondanks de overgave - door Griekse
vrijheidsstrijders uitgemoord. Na de bevrijding kwamen vooral
Kretenzische families zich vestigen in de zwaar vervallen stad.
De dichter Yannis Ritsos (1909-1990) is een nazaat van deze kolonisten:
hij werd hier geboren op 1 mei 1909. Met de stad verliep het
van kwaad naar erger: in 1911 verlieten de laatste inwoners de
bovenstad, en tientallen jaren lang hebben de gebouwen zwaar
geleden onder de verwaarlozing. Pas de jongste jaren bestaat
er weer interesse voor de uitzonderlijke culturele waarde van
deze historische stad, en in toenemende mate worden de vervallen
huizen en kerken hersteld en krijgen zij een nieuwe bestemming.
Bezienswaardigheden
Vanaf het vasteland is het niet te zien dat zich op de kale rots
een complete stad bevindt. Monemvasia is opgedeeld in een beneden-
en een bovenstad.
De benedenstad is een doolhof van smalle straatjes en steegjes
met prachtige traditionele huizen die Venetiaanse invloed verraden.
De hoofdstraat voert naar het centrale plein vóór
de Kathedraal van Christós Elkómenos (d.i. de Gevangengenomen
Christus), die oorspronkelijk dateert uit de 12e eeuw maar in
de 16e eeuw grondig werd herbouwd. Naar Italiaans voorbeeld staat
de klokkentoren los van de kerk. Op het plein bevindt zich ook
een klein Archeologisch Museum, ondergebracht in een kerkje uit
956 dat de Turken ooit tot moskee ombouwden. In de benedenstad
bevinden zich nog andere interessante kerken, waaronder de Panagía
Myrtidiótissa (ooit een commanderie van de Tempeliers)
en de Panagía Chrysafítissa (genoemd naar een bijzondere
icoon, die volgens de overlevering in de 17e eeuw vanuit het
dorpje Chrysáfa nabij Sparta naar hier zou zijn gevlogen).
De bovenstad, waar vroeger de welgestelde families woonden en
er letterlijk neerkeken op de armen in de benedenstad, is nu
één grote ruïne. De 13e-eeuwse Agia Sofia-kerk;
op de rand van de rots loont echter ruimschoots de moeite van
de fikse klim.
Tijdens ons bezoek aan de stad stond er zo'n harde wind dat je
bijna niet tegen de helling op kon lopen. De stoelen van de terrasjes
werden snel vastgebonden om te voorkomen dat ze van de rots afgeblazen
werden. Dit heeft er toe bijgedragen dat we niet al te lang hebben
rondgedwaald. Na op de kade in Gefira koffie te hebben gedronken
zijn we naar de baai Linara Epidavrus gereden. Een prachtige
baai met zandstrand. Overal echter "No Camping". Na
deze omweg gaan we richting Sykea, alwaar we links af slaan richting
de westkust van deze Peleponnesosvinger. Een gele weg brengt
ons via Papadianika naar Plitra. Eerst blijven we enige tijd
op het centrale plein onder de bomen staan om te eten en ons
te oriënteren. Daarna rijden we via een smalle weg naar
het verderweg gelegen strandje, maar de bekende verbodsborden
staan ook hier, langs de gehele weg. Daarom parkeren we op een
landtong tegenover de Taverne van Dimitria achter een reeds aanwezige
italiaanse camper. (N36° 41.289 E 022° 050.200). Vlak
voor ons is een helder wit zandstrand met kristalhelder water.
Het is een genot hier te zwemmen. Voor de Taverne van Dimitria
staat een douche waar het zout van onze huid kan worden gespoeld.
|
>
Straatje in Monemvasia
Monemvasia,
de vesting
Monemvasia,
het "Griekse Gibraltar" ...
Monemvasia,
de benedenstad ...
De
Agia Sofia-kerk in de bovenstad ..
Zonsondergang in Plytria
Ruïne in
Plytria
Het strand van Plytria
|
Maandag 23 juni 2008.
Vandaag rijden we naar
Gythio. Onderweg passeren we Elea en Kokiria en via Skala en
Trinisa komen we weer terug aan de kust. Vlak voor Gythio rijden
we langs prachtige stranden waarbij op één van
de beaches een gestrand schip al bijna 25 jaar ligt weg te roesten.
Gythio
[Bron: http://www.ecogriek.nl/Gythio.html]
Gythio; een gezellige,
levendige havenplaats. Goede uitvalsbasis zowel over land als
over zee naar diverse bestemmingen. Het is de grootste plaats
in de streek de Mani. Het eilandje Marathonisi is te bereiken
via een strekdam vanaf de boulevard in Gythio.
Het eiland heeft een mooie vuurtoren; gebouwd in 1873 en 25 meter
hoog, een kerkje, een klein archeologisch museum; vroeger de
Tzanetakis toren en veel pijnbomen. Bij de plaats Gythio in het
departement Laconia zijn veel gezellige stranden zoals Mavrovouni,
Vathy en Skoutari.
Na Gythio rijden we door naar Kamares, een lang kiezelstrand
zonder enige voorziening, maar heerlijk helder zeewater en geen
wolkje aan de lucht. Kamares bereik je door via Vathy over een
heel smalle, door overhangende boomtakken omzoomde weg naar de
kust te rijden. Af en toe is de weg zo smal en hangen de takken
zover over de weg dat je stapvoets moet rijden om te voorkomen
dat je de camper beschadigd. Eenmaal op het strand aangekomen
( N36° 40.722 E 022° 31.368) zien we nog een camper staan
en slaan we op enige afstand ons bivak op (parkeren we onze camper).
Langs dit strand kunnen wel 20 campers staan zonder dat ze elkaar
in de weg staan.
|
Strand van Kamares
|