Dinsdag 3 juni 2008.
Na een rustige nacht ontwaken
we op een doorweekte camping. Gelukkig schijnt de zon weer en
ziet het er naar uit dat het een mooie dag wordt. Vandaag gaan
we hier in de omgeving het Orakel van Dodoni, op ongeveer 20
km, bezoeken. (N 39° 32.765 E 020° 47.106). Bij aankomst
op de (in verhouding) gigantische parkeerplaats staan er slechts
enkele auto's van bezoekers. Aan de toestand van dit terrein
is duidelijk af te leiden dat de aanloop niet zo groot is. Overal
op het terrein groeit onkruid tussen de stenen en de afbakeningen
zijn zwaar verroest. Door het geringe aantal bezoekers kunnen
we de opgravingen in alle rust bekijken. Dodoni was griekenlands
grootste en oudste orakel. Dank zij duidelijke uitlegpanelen
(in grieks en engels) kun je je een voorstelling maken hoe het
hier vroeger is geweest. Het amfitheater is nog grotendeels in
tact en wordt door archeologiestudenten gerestaureerd. Op de
orakelplek, "Hiera Oikia", hebben de opgravers op de
plaats van de opgegraven wortels van de Heilige Eik een nieuwe
eik geplant. In de overleveringen over Dodoni wordt altijd gesproken
over de aanwezigheid van een enkele eik. Deze eik speelde een
cruciale rol in het orakel.
Dodoni.
[Uit Wikipedia,
de vrije encyclopedie]
Dodoni
dateert van vóór 2000 v. Chr. en is daarmee het
oudste heiligdom van Griekenland. Na het orakel van Delphi genoot
dat van Dodóni het hoogste aanzien. Het orakel bestond
uit een heilige eikenboom, omringd door een kring van
bronzen ketels, zodanig opgehangen dat ze tegen elkaar konden
kletteren. Voorspellingen werden gedaan aan de hand van de geluiden
die de ketels maakten, in harmonie met het ruisen van de eikenbladeren
en het gekir van de zwarte duiven die in het heiligdom leefden
en in de boom nestelden. Wie een vraag had schreef die op een
loden plaatje, dat aan de priesters werd overhandigd. Enkele
van die plaatjes werden op het terrein teruggevonden. De macht
van de eik werd zo groot geacht, dat Jason een van zijn takken
kwam halen om ze aan zijn schip, de Argo, te bevestigen alvorens
te vertrekken op zijn zoektocht naar het Gulden Vlies.
De oorspronkelijke, vóór-Griekse bewoners van de
streek vereerden er Moeder Aarde. Eik en godin werden samen vereerd:
de boom werd gezien als de woning van de godin. Toen de eerste
Griekse stammen de streek binnenvielen brachten zij de cultus
van hun god Zeus mee: de oorspronkelijke godin kreeg de naam
Dione en werd tot gemalin van Zeus. Zo werd de eik Zeus' woning
en de oude symbolen van de moedergodin gingen op hem over. De
orakelpriesters sliepen op de grond bij de wortels van de boom
en onttrokken profetische gaven aan het contact met de aarde.
Tot het eind van de 5e eeuw v. Chr. werd Zeus onder de blote
hemel vereerd. Toen bouwde men voor het eerst een kleine tempel,
het "Heilige Huis", om er het cultusbeeld van Zeus
en de vele offergaven in onder te brengen. Alexander de Grote
toonde veel belangstelling voor Dodóni en probeerde de
orakelcultus nieuw leven in te blazen. Hij wilde het heiligdom
groter en mooier maken, maar zijn ambitieuze project werd pas
verwezenlijkt door koning Pyrrhus van Épirus in de 3e
eeuw v. Chr., nog voor zijn roemruchte 'Pyrrhusoverwinning' op
de Romeinen. Onder zijn bewind verrezen talrijke bouwwerken en
Dodóni groeide uit tot een heuse stad, met akropolis en
marktplein, raadhuis en andere bestuurlijke gebouwen, verschillende
tempels, een stadion en een prachtig theater met plaats voor
ruim 17.000 toeschouwers, een van de grootste theaters in Griekenland.
Romeinse
tijd
In 167 v. Chr. werd Dodóni door de Romeinen grotendeels
verwoest. Ten tijde van keizer Augustus werd het theater omgebouwd
tot arena voor dierengevechten.
Aan de cultus van Dodóni kwam echter een definitief einde
met de verspreiding van het christendom: in 392 liet keizer Theodosius
I de heilige eik omhakken en de wortels verwijderen, in overeenstemming
met zijn politiek om alle voor-christelijke praktijken uit te
roeien. De christenen poogden aanvankelijk nog het heiligdom
voor eigen doeleinden in te lijven door de bouw van een basiliek
omstreeks 550, maar nadat keizer Justinianus het nabijgelegen
Ioánnina had gesticht raakte Dodóni langzaam maar
zeker in verval. Een overval van de Goten en een grote aardbeving
deden de rest.
Moderne
tijd
Pas in 1875 werd Dodóni opnieuw ontdekt en opgegraven.
De grote attractie is het hellenistische theater, dat in 1960
is gerestaureerd. Het biedt net als vroeger plaats aan ruim 17.000
toeschouwers zodat er elk jaar in augustus een zomerfestival
kan worden gehouden waarbij klassieke tragedies en folkloristische
muziek en dans uit Épirus uitgevoerd worden.
Na het bezoek in Dodoni hebben
we nieuwe voorraden ingeslagen bij een grote supermarkt (Carrefour)
in Ioánnina en de rest van de dag in de zon gezeten. 's
Avonds eten we heerlijk een kip, in stukken gesneden, op de barbecue.
Gelukkig waren we net klaar toen weer een hevig onweer losbarstte
en de camping weer net zo doorweekt was als de dag tevoren.
|
Het Theater van Dodoni
De Heilige eikenboom
De resten van het Orakel
|
Woensdag 4 juni 2008.
Vandaag verlaten we de
camping en Ioánnina en gaan naar de Vikos kloof. Deze
ligt ± 40 km noord van Ioánnina en is via een prachtige
weg te bereiken. Eerst nemen we de zuidkant van de kloof bij
het plaatsje Monodendri. Vanuit dit plaatsje gaat een weg slingerend
omhoog naar de uitkijkpost Oxio alwaar de weg dood loopt. Van
hieruit is het via een goed aangelegd pad ± 10 minuten
lopen naar een uitkijkpunt hoog boven de kloof. De kloof is hier
± 800 mtr diep en 1 km breed. Als je naar beneden kijkt
zie je ver in de diepte het riviertje stromen die deze kloof
in de loop van de tijd heeft uitgesleten en in de zomertijd nagenoeg
is uitgedroogd. De bodem van de kloof is sterk begroeid met loofbomen
en er zwermen talloze mooie insecten in rond.
Er van uit gaande dat via het dorpje Vikos, dat aan het begin
van de kloof ligt, de bodem van de kloof te bereiken is, rijden
we daar heen. Niets is echter minder waar, Vikos ligt wel aan
het begin van de kloof, maar honderden meters hoog op een klif.
Dit wordt dus niks. We keren om en gaan via Aristi richting Mikro
Papingo. Even voor dit dorpje is een parkeerplaats bij een brug
waar we willen gaan staan. Echter is het niet mogelijk de camper
stabiel te parkeren, waarbij komt dat de grond doorweekt is van
een eerder hevig onweer en het waait flink in deze bocht. We
besluiten om de paar kilometer terug te gaan naar Megalo Papingo
om daar op een parkeerterrein, samen met nog 4 andere campers
te overnachten. (N39° 58.076 E 020° 43.066).
|
De Vikoskloof
|
Donderdag
5 juni 2008.
Vandaag is het de bedoeling
om richting de Meteora kloosters te gaan. Hiertoe moeten we eerst
terug naar Ioánnina om vervolgens via de noordzijde van
het meer, via Metsovo en de Katarapas (1820 mtr.), naar Kalambáka
te rijden, een rit van ± 150 km. Het begin, langs het
meer gaat goed, maar zodra het meer wordt verlaten begint de
weg te stijgen en is er de eerste 120 km geen recht stukje weg
meer te bekennen. Gelukkig hebben wij er geen last van, maar
mensen die gauw wagenziek worden zullen flink aan de Primatour
o.i.d. moeten om de reis te kunnen volbrengen. Eindelijk, na
het plaatsje Mourgani, wordt de weg vlakker en rechter want we
rijden nu door een dal en komen spoedig aan in Kalambáka.
We zoeken camping "Meteora Garden" op om als de basis
voor een bezoek aan de Meteora kloosters te fungeren. (N39°
42.507 E 021° 36.592).
|
Gezicht op Kalambáka
|
Vrijdag 6 juni 2008.
Gisteren, bij binnenkomst
op de camping hebben we een overzicht gekregen van de 6 kloosters
en hun ligging t.o.v. de camping. Helaas is de verbindingsweg
tussen de groep van vier (Metamorfosis, Varlaam, Rousanou en
S. Nicolaos) en de andere twee (S. Trias en S. Stefano) opgebroken
wegens vernieuwing, zodat een flinke omweg moet worden gemaakt
om beide groepen te kunnen bezoeken.
We beginnen met de groep van twee. Bij aankomst blijkt dat voor
een bezoek aan S. Trias een flinke wandeling (eerst een stuk
omlaag en dan weer een eind omhoog) moet worden gemaakt, terwijl
S. Stefano gemakkelijk bereikbaar is voor iemand die wat slechter
ter been is. Let er wel op dat in alle kloosters een strikt kledingsvoorschrift
geldt. Houdt men zich daar niet aan dan komt men er niet in.
Voor dames is een rok die over de knieën valt vereist. Heeft
men die niet dan kan een voor ieder passende rok worden geleend.
Ook moet een blouse met minimaal korte mouw gedragen worden.
Voor de heren geldt dat de broek minstens over de knieën
moet reiken. Een juiste "broek" is eventueel te leen.
Opvallend is het kerkje, vol met fresco's. In een andere ruimte
is een soort museum ingericht met oude geschriften en gebruiksvoorwerpen.
De rust en het ontbreken van mannelijke suppoosten is opvallend,
het blijkt een nonnenklooster te zijn. Na dit bezoek moeten we
eerst weer terug naar Kalambáka om van daaruit via Kastraki
de andere kloosters te bereiken. Let wel dat elk klooster één
dag in de week gesloten is. We kiezen voor het klooster van Groot
Meteoron (Metamorfosis) om te bezoeken. Voornamelijk door de
goede toegangsweg. Deze is niet te lang (± 120 nieuw aangelegde
treden) en zeer goed te lopen. Kom je binnen in het klooster
zie je het eerst aan je rechterhand de schuur met de lier en
het touw met net, waarmee de spullen naar boven worden gehesen.
Het mooiste gebouw van het klooster is de Metamorfosisbasiliek,
vol met fresco's met afbeeldingen van het Laatste Oordeel, martelaren
met aureolen etc.
In Kalambáka wordt de plaatselijke LIDL bezocht om de
voorraden weer aan te vullen. De rest van de dag gevuld met luieren
en lezen en de rit van morgen naar het schiereiland Pilion voorbereiden.
Meteora
[Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie]
Meteora
is een streek in Thessalië. Dit gebied kenmerkt zich door
de op hoge rotsige pilaren gebouwde kloosters.
Door eeuwenlange wind- en watererosie (ooit was de Thessalische
vlakte een binnenzee) hebben de rotsformaties hun specifieke
en moeilijk bedwingbare uiterlijk gekregen. Opmerkelijk is wel
het feit dat deze nochtans opvallende en tot de verbeelding sprekende
rotsen in de Griekse mythologie geen enkele rol hebben gespeeld.
Geschiedenis
Vanaf de 9e eeuw werden de natuurlijke zandstenen torens beklommen
door kluizenaars die daar hun eigen leefomgeving creëerden
en slechts af en toe naar beneden kwamen. Een voorbeeld was de
kluizenaar Barnabas die hier een religieus schuiloord zocht in
een grot. Andere volgden zijn voorbeeld.
Vanaf de 11e eeuw trokken elders verdreven monniken naar het
gebied. Halverwege de 14e eeuw verrezen de eerste kloosters op
de toppen, onder invloed van de mystieke beweging van het hesychasme
(hesychia = rust, kalmte) en de woelige tijden (strijd tussen
Servië en het Byzantijnse Rijk, pestepidemie, ...). In 1336
stichtte de monnik Athanasios, afkomstig van de berg Athos zijn
Groot Meteoron, het hoogst gelegen (623 m) en belangrijkste klooster
dat hier zou gesticht worden. Nog 23 andere kloosters zouden
volgen. Met netten aan touwen en houten ladders van soms wel
40 meter lang transporteerden de monniken de benodigde goederen
én personen naar boven.
In de hoogtijdagen bestond er een autonome gemeenschap van monniken
en 24 kloosters in vrijwel volledige afzondering van de rest
van de wereld. Sinds 1490 werd de abt van het Groot Meteoron
ook het hoofd van de gehele monnikengemeenschap van Meteora.
In de 17e eeuw begon echter het verval van het kloosterleven
in Meteora. Er werd gesjoemeld, sommige monniken hielden er als
monnik verklede vrouwen op na en van het idealistische gedachtegoed
was niets meer overgebleven. In de 18e eeuw werden de kloosters
gebruikt als toevluchtsoord voor Grieken die door de Turkse overheersers
opgelegde belastingen wilden ontduiken. Tijdens de 19e eeuw werden
de Meteora-kloosters gebruikt om te ontkomen aan oprukkende rebellen
en tijdens de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende Burgeroorlog
(1945-1949) hebben de toen nog overgebleven kloosters veel schade
opgelopen.
De kloosters
Na al die gewelddadige eeuwen zijn er slechts zes kloosters in
redelijke staat overgebleven, waarvan sommige nog steeds bewoond
worden door monniken en monialen. Sinds 1988 staan zij op de
Werelderfgoedlijst. Men heeft de laatste tijd veel moeite gedaan
om de kloosters in hun oorspronkelijke glorie te herstellen.
Het zijn de volgende:
|
|
Agios
Nikolaos Anapafsas (H. Nikolaas)
Het huidige klooster werd gebouwd ± 1490, maar volgens
deskundigen bovenop de overblijfselen van een ouder klooster.
Bouwkundige kenmerken en resten van muurschilderingen wijzen
er op dat de kerk stamt uit de 13e/14e eeuw. Omdat de top van
de rots waar het op staat klein en smal is, zijn de kloostergebouwen
niet horizontaal uitgebreid, maar verticaal, in verschillende
verdiepingen. Zo staan de kloosterkerk en de refter op de eerste,
de cellen van de monniken op de tweede verdieping. Opvallend
zijn de bescheiden afmetingen van de kloostergebouwen: er was
slechts plaats voor 10 cellen.
De centrale kloosterkerk is toegewijd aan de heilige Nikolaas.
Het smalle gebouw, met een lage koepel zonder ramen (want er
ligt nog een verdieping boven), werd begonnen enkele jaren voor
1510 en voltooid in 1527. De muurschilderingen zijn uitgevoerd
door de monnik-kunstschilder Theophanis Strelitzas uit Kreta:
hoewel de beperkte ruimte technische problemen opleverde, slaagde
hij er toch in het iconografische programma, zoals dat in de
tijd van de Paleologen-keizers (1259-1453) vorm had gekregen,
volledig uit te voeren.
|
Het
klooster Agios Nikolaos Anapafsas ...
|
Mega
Meteoron (Groot Meteoron)
In de 14e eeuw
kwam monnik Athanasius van de Athos-berg zich vestigen in deze
omgeving. Hij beklom de meest imposante rots (de Platys Lithos,
d.i. Platte Steen) die het hele landschap domineert, en besloot
hier zijn eerste klooster te stichten. Hij noemde de rots "Meteora"
(d.i. "Hoog Verhevene"), omdat ze leek te zweven tussen
hemel en aarde, en bouwde er in 1356 een kapel en een paar cellen,
geassisteerd door veertien monniken die zijn voorbeeld volgden.
Daarmee legde hij de basis van het nieuwe klooster, dat in reeds
in 1362 privileges kreeg van de Servische tsaar Symeon Uros.
Toen Symeons zoon Ioannes in 1373 toetrad tot de monnikengemeenschap,
onder de naam Josaphat, werd de roem van het "Groot Meteoron"
verzekerd. Josaphat werd de boezemvriend van Athanasios en samen
brachten zij het klooster tot grote bloei. Het aantal monniken
nam steeds toe, de kerk was aan vergroting toe, en het klooster
werd uitgebreid met torens, een ziekenzaal, cellen, waterreservoirs
en andere gebouwen. Na de dood van Athanasius en Josaphat werden
beiden, op grond van de vele wonderen die zij hadden verricht
en het vrome leven dat zij hadden geleid, door de Orthodoxe Kerk
heilig verklaard (zij liggen beiden begraven in de kloosterkerk).
De streek van Meteora was een centrum van geestelijk leven in
Thessalië geworden.
De huidige kloosterkerk
van de Metamorphosis (= Verheerlijking van Christus op de Taborberg)
is de oudste bewaard gebleven kerk van de Meteora. Josaphat liet
ze tussen 1387 en 1388 bouwen op eigen kosten. Ze bezit mooie
fresco's van de Kretenzische School uit de 16e eeuw (mogelijk
een laat werk van Theophanes de Kretenzer), en van de Macedonische
School uit latere eeuwen.
Toen het Groot Meteoron nog een groot aantal monniken telde,
gebruikten deze de 16e-eeuwse, ruime refter, die nu is omgevormd
tot museumschatkamer. Hij herbergt een schitterende collectie
handschriften, iconen en religieuze voorwerpen.
|
Het
Mega Meteoronklooster ...
|
Varlaäm
In de hiërarchie van de Meteorakloosters neemt het Varlaäm
de tweede plaats in. Het werd in zijn huidige vorm gebouwd in
1518, en werd genoemd naar de vrome kluizenaar die zich rond
1350 op deze rots terugtrok. Varlaäm, een tijdgenoot van
Athanasius en Josaphat, was op het idee gekomen een tweede groot
klooster te gaan bouwen op de rots net tegenover het Grote Meteoron.
Maar pas zo'n 200 jaar later zouden twee broers uit Ioánnina,
Nectarius en Theophanes (uit de adellijke familie van de Apsaraden),
de rots opnieuw beklimmen en het idee van Varlaäm verwezenlijken.
Uit schriftelijke
bronnen blijkt dat de kloosterkerk in 1542, in 20 dagen tijd,
werd voltooid. Daarvóór had men er echter 22 jaar
over gedaan om het benodigde materiaal boven te brengen. Men
vertelt dat Theophanes, die al 10 maanden doodziek te bed lag,
plots opstond van zijn ziekbed toen hij hoorde dat het werk voltooid
was. Hij kon zijn ogen niet geloven, en dankte God en al zijn
heiligen, dat hij dit nog had mogen meemaken. Nadat hij dankbaar
de monniken en vaklui had gezegend, keerde hij dolgelukkig naar
zijn bed terug en overleed in vrede. Daarom werd het katholikon
(collegiale kloosterkerk) aan gewijd aan Alle Heiligen (Agioi
Pantes). Zij bevat fresco's van de schilder Franco Kastellanos
uit Thebe.
Ook dit klooster heeft in de vroegere refter een aardig museum
ingericht, vol met iconen (o.m. een Maria-icoon van Emmanuel
Tzanes) en andere liturgische objecten, met als parel aan de
kroon een gekalligrafeerd evangelieboek gesigneerd door de Byzantijnse
keizer Constantijn VII.
|
Het
Varlaäm-klooster ...
|
Rousanou
Het Rousanouklooster, dat ook bekend staat onder de naam Agia
Varvara (H. Barbara) is het spectaculairst gelegen van allemaal:
op de top van een plateau dat er nauwelijks genoeg ruimte voor
biedt. Volgens onbevestigde bronnen zou het gesticht zijn in
1288, maar alleszins staat vast dat er 156 jaar later vervallen
gebouwen werden gerestaureerd. In de 16e eeuw werd het volledig
in zijn huidige vorm herbouwd, met de goedkeuring van de abt
van het Groot Meteoron.
De Metamorphosis-kerk, toegewijd aan de Verheerlijking van Christus
op de berg Tabor, dateert uit 1545 en is beroemd om zijn aangrijpende
fresco's (werk van schilders uit de School van Kreta) die na
meer dan 400 jaar nog steeds in goede staat verkeren.
|
Het
Rousanou-klooster ...
|
Agia
Triada (H. Drievuldigheid)
Als we de deskundigen mogen geloven is het klooster van de H.
Drievuldigheid de op twee na oudste stichting van de Meteora.
Een en ander wijst erop dat het katholikon in 1476 werd gebouwd,
maar dat bepaalde kloostergebouwen reeds in de 14e eeuw bestonden.
De huidige vorm van het klooster kwam tussen 1458 en 1476 tot
stand. Volgens een niet-bevestigde overlevering zou het 70 jaar
gekost hebben om al het benodigde materiaal naar de top van de
rots te brengen voordat men met de eigenlijke bouw kon beginnen.
De Duitsers hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog de schatkamer
van het klooster leeggeroofd. Het Drievuldigheidsklooster is
recent gebruikt als decor in de James Bond film [For Your Eyes
Only]
|
Het
Drievuldigheidsklooster ...
|
Agios
Stefanos (H. Stefaan)
Uit een (nu verdwenen) inscriptie blijkt dat dit klooster in
1192 werd gesticht, en dat een zekere Jeremiah de eerste prior
van de ermitage was. In 1333 kwam de Byzantijnse keizer Andronicus
III Paleologus (1328-1341) naar Thessalië, en werd gastvrij
ontvangen in dit klooster, dat sindsdien de titel keizerlijk
mag voeren. Andronicus deed ook grote schenkingen aan de abt
en zijn monniken.
In 1350 werd de kapel van de H. Stephanus gebouwd, op initiatief
van Antonius Cantacuzenus, een verwant van de Servische tsaar
Symeon Uros en lid van de Byzantijnse adellijke familie der Cantacuzeni.
Aan het einde van de 14e eeuw deden de Walachijse prins Vladislav
en zijn neef Vornikos Dragoumaris belangrijke schenkingen (o.a.
kostbare relikwieën, grondbezit in Roemenië) en andere
weldaden aan het klooster, en in 1545 verklaarde de toenmalige
Patriarch van Constantinopel het autonoom en slechts direct afhankelijk
van zijn patriarchaat.
Het imposante katholikon, gewijd aan de H. Charalampos, dateert
pas uit 1798 en bezit schitterende stukken houtwerkversiering.
In 1888 telde het rijke klooster nog 31 monniken, maar in 1960
was het vrijwel verlaten. Het werd zwaar beschadigd door brand
tijdens de Tweede Wereldoorlog, en communistische partizanen
hebben tijdens de Burgeroorlog in 1949 het gezicht van de stichter
op een van de fresco's onherstelbaar beschadigd. In 1961 werd
het omgezet in een nonnenklooster (daar waar vrouwen eertijds
gewoon geen toegang tot de Meteora hadden!). De nonnen herstelden
niet alleen de schade, ze slaagden er ook in het klooster weer
een bloeiend bestaan te schenken. Nog steeds worden hier de Byzantijnse
iconenkunst en muziek op traditionele wijze beoefend, met opmerkelijke
resultaten.
De refter (nu als schatkamer ingericht) getuigt van de vroegere
rijkdom van het klooster: kostbare handschriften, iconen, houtsnijwerk,
zilveren vaatwerk en reliquiaria (o.a. de in zilver gevatte schedel
van de schutspatroon Charalampos). Opmerkelijk is wel dat het
klooster in vogelvlucht het dichtst bij het nabije Kalambáka
ligt, terwijl het er over de weg het verst van af ligt.
|
Het
klooster Agios Stefanos ...
|
Zaterdag 7 juni 2008.
De rit naar het schiereiland
Pilion verloopt voorspoedig, ook al is het in Lárissa
wel even zoeken om de juiste weg te vinden naar Volos, niet de
snelweg maar weg nr. 6. Door Volos is het een kwestie van de
weg blijven volgen om op de kustweg naar Kato Gatzea uit te komen.
Van verschillende bronnen vernomen dat camping "Sikia"
(N 39° 18.455 E 023° 06.591) een goede keus is (oa. aanbeveling
van de NKC). De dames die het terrein beheren zijn erg vriendelijk
en behulpzaam bij het uitzoeken van een goede plaats, waarbij
de toegang tot het strand en de ontvangstmogelijkheid van de
satelliet optimaal zijn. We komen uit bijna aan het eind van
de camping vlak vóór het huis van de moeder van
de beheersters. De trap naar het privé-strandje beneden
is op minder dat 10 mtr. van de camper verwijderd. Het EK Voetbal
is begonnen en Zwitserland verliest de openingswedstrijd met
0 - 1 van Tsjechië.
|
Camping "Sikia"
|
Zondag 8 juni 2008.
Vandaag de dag in ledigheid
doorgebracht. Het weer is nog steeds niet stabiel en de temperatuur
redelijk (± 26°). Onweer dreigt voortdurend maar gelukkig
blijft het droog. |
Camper tussen de bomen
|
Maandag 9 juni
2008.
Ook vandaag blijven we
nog hier. Het weer is verslechterd. De zon laat zich niet zien
door een dik wolkendek, waar de regen met bakken tegelijk uit
valt. Tegelijk schieten bliksemflitsen door de lucht en rolt
de ene na de andere donder over het water. Is dit het Griekenland
waar het gemiddeld maar één dag in de maand wat
regent?
Vanavond speelt Nederland haar eerste wedstrijd van dit EK tegen
Italië. Ik ben benieuwd!!! |
De zee bij camping "Sikia"
|