Mezquita
Uit
Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mezquita
de Córdoba
De Mezquita is
de kathedraal van het bisdom Córdoba in Spanje. Het historische
centrum van de stad met de kathedraal staat op de Werelderfgoedlijst
van de UNESCO.
Dit uniek architectonisch
monument bevindt zich in het centrum van Córdoba op de
plaats waar ooit de Visigotische kerk van Vincentius van Zaragoza
stond, die op de fundamenten van een Romeinse tempel was gebouwd.
Na de verovering van Córdoba in 711 door de Moren[1] werd
vanaf de achtste eeuw een moskee gebouwd die sinds de christelijke
herovering van Córdoba in 1236 als de kathedraal van het
bisdom Córdoba in gebruik is, gewijd aan de Maria-Tenhemelopneming.
Ferdinand III van Castilië en keizer Karel V van het Heilige
Roomse Rijk lieten de kerk uitbreiden en verfraaien. In de loop
der eeuwen hebben verschillende verbouwingen plaatsgevonden,
zodat tegenwoordig zowel de Moorse als de christelijke invloeden
duidelijk herkenbaar zijn. Zowel het grondplan van een traditionele
moskee als het Latijnse kruis voor een kathedraal zijn terug
te vinden in het gebouw.
Nadat de Moren
in de achtste eeuw de gebieden rond Córdoba veroverden,
werd de helft van de Visigotische Sint-Vincentiuskerk - onder
dreiging van onteigening - verkocht aan de aanwezige moslims.
Toen die helft te klein bleek voor de groeiende islamitische
bevolking, kochten de moslims ook de andere helft van de kerk,
zodat de katholieke gemeenschap genoodzaakt werd de kerk op te
geven. Het oorspronkelijke kerkgebouw werd gesloopt en men begon
met de bouw van de moskee. Abd el-Rahman I (756-788) liet daarvoor
rond 780 de marmeren zuilen van nabijgelegen Romeinse villas
gebruiken. Deze waren echter te klein om de juiste hoogte behalen.
Door een tweede boog aan te brengen kon dit alsnog bereikt worden,
waaraan de moskee zijn unieke bouw te danken heeft.
In 848 liet Abd
el-Rahman II een speciale gebedsruimte aanbrengen, de huidige
Capilla de Villaviciosa. Al-Hakam II breidde in 961 de moskee
uit, waarbij de mihrab werd aangebracht. Opmerkelijk is dat deze
niet de qibla volgt; in plaats van 112 graden (richting Mekka)
heeft men hier 150 graden gehanteerd. De reden is onbekend. Voor
de eerste keer werd de gebedsrichting aangegeven met een nis
in de muur, wellicht door christelijke of Romeinse beïnvloeding.
De huidige omvang werd in 987 bereikt door de toevoeging van
8 extra beuken door Al-Mansour. Daardoor ging een gedeelte van
de symmetrie verloren en verloor de gebedsnis de centrale positie.
De Mezquita was eertijds de grootste moskee van Europa, tweede
grootste na die van Mekka en had een capaciteit om twintigduizend
mensen te herbergen.
Oorspronkelijk
stonden er zon 1200 zuilen in de gebedsruimte. Karel V
gaf in 1523 toestemming aan de bisschop van Córdoba om
het geheel om te bouwen tot een kathedraal. Architect Hermán
Ruiz ontwierp daarop in het hart van de moskee een kathedraal,
waarvoor ongeveer 400 zuilen werden verwijderd. De keizer was
ontevreden over het resultaat en zou hebben verzucht bij het
zien van de bouw: "U hebt iets gebouwd dat u of anderen
overal gebouwd hadden kunnen hebben, maar u hebt iets verwoest
wat uniek was in de wereld."
Doordat het bouwen
van de kathedraal erg lang duurde, zijn er een aantal verschillende
bouwstijlen gebruikt. Daarnaast heeft de kathedraal ook een positieve
uitwerking op de constructie: de Mezquita is hierdoor beter bestand
tegen een aardbeving.
Het gebouw liet
een diepe indruk na bij de kunstenaar Escher. Onmiskenbaar is
de invloed van de Mezquita op zijn werk.
|