De ervaring die we hebben met de weg en het landschap in Finland en Zweden heeft ons doen besluiten af te wijken van het originele plan en niet door Zweden af te zakken maar Malmö maar terug te gaan naar Noorwegen, waar het landschap en de wegen ons meer bevallen. Het plan is om via Storuman (S) en Hattfjelldal (N) (weg 73) naar Trofors te rijden en daar via de E6 af te zakken naar Oslo en verder via Göteborg naar Malmö en dan via de Östersundbrug en -tunnel naar Denemarken. De weg van Töre naar Storuman gaat door bossen en langs meren. Aan de toestand van de bossen is duidelijk de invloed van de zure regen te zien. Vele naaldbomen hebben bruine naalden of zijn helemaal kaal. Eeuwig zonde!! Vlak bij Luleå ligt het plaatsje Gammelstaden. Dit bestaat uit een grotendeels authentiek kerkdorp. Gammel heeft hier de betekenis van oud en niet, zoals bij ons, gammel. Het dorp bestaat uit een kerk, met daar omheen gegroepeerd huisjes (hier nog 408 in redelijke staat) die alleen in het weekeinde bewoond mogen zijn. Gammelstad behoort tot het werelderfgoed van Unesco om er voor te zorgen dat dit voor de toekomst bewaard blijft. De zin van zo'n kerkdorp was vroeger dat mensen die in dorpen woonden die geen eigen kerk hadden toch regelmatig naar de kerk konden gaan. De kerk werd dan gebouwd in de hoofdplaats van het district en de mensen bouwden dan een eigen huisje in de buurt van de kerk en woonden daar dan in het weekeinde. Het dorp had dan ook de functie van ontmoetingsplaats waar allerlei activiteiten plaatsvonden die betrekking hadden op het reilen en zeilen van de gemeenschap, zoals vergaderen en rechtspraak. Een uurtje rondlopen geeft de gelegenheid iets van de sfeer te proeven die daar geheerst moet hebben. We gaan weer verder en draaien weg 94 op, die later overgaat in weg 45. In Storuman houden we het voor gezien en gaan op de plaatselijke camping (N 65° 05.993, E 17° 06.911) de camper weer van alle vloeistoffen voorzien en ontdoen.
|
|
||||||||
We zijn weer uitgerust, fris gedouched en voldaan van het ontbijt. We gaan weer terug naar Noorwegen. Als we bij Tärnaby de ongenummerde weg richting de zweeds-noorse grens naar Hattfjelldal inslaan begint het landschap te veranderen van bossen en meren in bergen en wilde rivieren met stroomversnellingen en watervallen, iets dat we in Finland en Zweden niet hebben gezien vanwege het vlakke karakter van het land. Ik maak nog een foto van het laatste meer in Zweden voordat we de grens over gaan. Een grens die wordt aangegeven door een openstaande slagboom zonder verder enige bebouwing die een douanebeambte beschutting zou kunnen geven. Er is dan ook geen dounane te bekennen. De weg wordt stilaan weer wat we van Noorwegen gewend zijn. Stijgen en dalen langs een wilde rivier met vele watervallen en ook hier weer sneeuw tot langs de weg. En dat einde juni. We draaien bij Trofors de E6 op richting Trondheim (waar we overigens nog 350 km boven zitten). Het verkeer is zoals te verwachten, hele stukken alleen op de weg en soms even met een kluitje bij elkaar, maar dit duurt nooit lang. Was het in Nederland maar zo rustig op de weg!! We besluiten niet te lang door te blijven rijden en slaan in Brekkvasselv op een prachtig uitgeruste picknickplaats (N 64° 50.838, E 13° 0.646) ons bivak voor de nacht op. |
|
||||||||
Vandaag volgen we de E6. Het vooruitzicht door Trondheim te moeten met alle drukte en tol en 4-baans wegen staat ons niet echt aan, daarom besluiten we om na Steinkjer de E6 weer te verlaten en een omweg om Trondheim te maken via weg 761 en 755. We komen dan via het veer Rorvik - Flakk (NOK 102,00) uit op weg 715 die ons om Trondheim heen weer op de E6 brengt. Het is een route die meer ontspanning en afwisseling brengt terwijl we uiteindelijk toch weer op hetzelfde punt uitkomen. Uiteindelijk stoppen we bij Støren (N 63° 2.486, E 10° 17.326) om de nacht door te brengen. We beginnen nu weer te merken dat het 's nachts donkerder wordt. Voor het eerst in weken zien we de straatlantaarns weer branden, hoewel het nog niet echt donker wordt. De camper moet nog steeds goed verduisterd worden om ontspannen te kunnen slapen. | |||||||||
We gaan weer verder over de E6. We bezoeken nog een Samen-nederzetting langs de weg. Het is meer als een souvenirstalletje met levende have en een paar tenten, maar het is leuk om eens te zien. Het is een mooie route over het Dovrefjell. De weg stijgt vanuit een smal dal, waar weg, spoorlijn en rivier maar net door kunnen, naar een kale hoogvlakte, het Dovrefjell. Wat ons wel opvalt is het verschil in begroeiing, zowel op de hoogvlakte als in de dalen. Alles is veel groener en in de dalen zijn de rijk bloeiende Lupines een lust voor het oog. Het vervelende aan het rijden op de E6 is dat de snelheid vaak hoger ligt dan wij prettig vinden en dat er ontzettende snelheidsvariaties zijn. In dorpen zijn er snelheidsbeperkingen tot 50 of 60 km/h terwijl in de vrije ruimte afwisselende beperkingen zijn van 70, 80 of 90 km/h. En er wordt gecontrolleerd met laserguns of je je aan de snelheid houdt!! De Noren zijn wat dit betreft voorbeeldige chauffeurs, ze rijden geen kilometer boven de toegestane snelheid. Wij willen op deze terugreis ook nog wel wat zien dus besluiten we bij Otta de E6 weer te verlaten en naar Lom te rijden. Daar bekijken we het Stavkirke en het onstuimig door het dorp stromende riviertje en gaan het Leirdalen in naar het Sognefjell. Voor de weg naar pashoogte (1440 m) stijgt stoppen we bij de rivier (N 61° 41.002, E 8° 14.441) om tesamen met nog 8 andere campers de nacht door te brengen.
|
|
||||||||
De "Sognefjellveien". Er is maar één beschrijving die op deze weg van toepassing is: Adembenemend mooi. De weg wordt aangegeven als toeristisch zeer aantrekkelijk, maar dat is slechts zwak aangeduid. Langzaam stijgt de weg langs wild stromende rivieren en massieve watervallen. Overal zijn uitkijkplaatsen en picknickplaatsen gecreëerd om zoveel mogelijk van de schoonheid van de natuur te kunnen genieten. Lange tijd voert de weg over een soort van hoogvlakte die zelfs nu nog bijna geheel bedekt is met een dikke laag sneeuw en ijs. De meren zijn nog bevroren en er wordt nog volop gelanglauft. Er zijn meerdere loipes uitgezet. Ook op de weg wordt flink getraind met latten met wieltjes er onder. De weg gaat dan vanaf pashoogte vrij steil naar beneden om bij het Lustrafjorden weer op zeeniveau te komen. Hier aangekomen drinken we een kopje koffie en zitten gezellig enige tijd heerlijk in de zon. Het is hier windstil. Geen rimpeltje op het water. De bergen weerspiegelen in het water alsof het een spiegel is. Weg 55 volgt de fjorden en brengt ons tenslotte in Sogndal, waar de waterhuishouding weer in orde gebracht wordt. Na de lunch vervolgen we de weg en steken met het veer Mannheller - Fodnes (NOK 132,00) het Årdalsfjorden over om direct na de tunnel rechts af het Erdalen in te gaan naar Aurlandsvangen. De weg klimt vrij stevig en is beangstigend smal. Twee voertuigen kunnen elkaar practisch niet passeren. De één moet bij een uitwijkplaats wachten tot de ander voorbij is. Ook hier geldt: stijgend verkeer gaat voor, maar dat wordt door de meesten toch in hun eigen voordeel uitgelegd met als gevolg dat één van de twee terug moet óf er is net genoeg plaats om voorbij te gaan. Ook hier rijden we door uitgestrekte sneeuwvelden met aan beide zijden van de weg sneeuwmuren van wel twee meter hoog (geschat, niet gemeten). Het is inmiddels gaan regenen dus dat maakt het er ook niet makkelijker en gezelliger op. Als ik dan tijdens zo'n uitwijkmanoeuvre een laag muurtje over het hoofd zie en een flinke deuk in de dorpel van de schuifdeur rij wordt de sfeer er ook niet beter op. En dat net op mijn verjaardag!! Tijdens de afdaling naar het Aurlandsfjorden ontrollen zich spectaculaire vergezichten over stad en fjord. Men heeft hier zelfs een uitkijkpost gecreëerd die en eind buiten de berg over de afgrond uitsteekt om een zo spectaculair mogelijk uitzicht mogelijk te maken. In Aurlandsvangen kiezen we voor weg 50 richting Hol. Ook deze weg begint smal en steil met tunnels die als een kurketrekker omhoog dóór de berg gaan om tenslotte weer over te gaan in een hoogvlakte. Inmiddels is het zes uur geweest en houden we het voor gezien op een picknickplaats langs een kunstmatig stuwmeer (N 60° 46.702, E 7° 34.623) bij de Steinbergdalshytta.
|
|
||||||||
Na een rustige nacht tussen de schapen zetten we de reis voort over de onherbergzame hoogvlakte en komen tenslotte in het dal bij Hol en gaan hier weg 7 op naar Geilo. Het plan was om in Geilo linksaf weg 40 door het Numedal te gaan volgen maar uiteindelijk besluiten we weg 7 te blijven volgen over de Hardangervidda. Qua natuurschoon kan deze weg wedijveren met de Sognefjellveien al is de sneeuw niet zo uitbundig aanwezig. De weg daalt spectaculair af naar Eidfjord, een plaatsje aan het eind van het gelijknamige fjord. Weg 13 brengt ons langs het Sørfjorden naar Odda, waar de lunch wordt gebruikt en rustig door het dorp gewandeld in de zon. Om niet te ver van de oorspronkelijke route af te dwalen nemen we bij Skare de E134 over de uitlopers van het Hardangervidda. Na de Haukelitunnel is er gelegenheid om te stoppen. We houden het voor gezien en blijven hier slapen (N 59° 50.665, E 6° 58.388), mede omdat verderop de weg is opgebroken en men in convooi via de oude weg langs de in onderhoud zijnde Haukelisetertunnel wordt geleid. Dit slapen blijkt later een niet zo goed idee te zijn want de wind steekt op en blaast met stormkracht over het lege landschap. De camper staat te schudden en te wiebelen en er wordt geen oog dicht gedaan. Het is een beangstigende ervaring.
|
|
||||||||
Geheel tegen de gewoonte in staan we vroeg op en rijden zonder eerst te ontbijten meteen weg, weg uit de wind die zo mogelijk nog harder waait. Natuurlijk hebben we pech en staan 500m verder stil bij de convooistoplichten waar we bijna een half uur moeten wachten tot we verder mogen. Maar we stonden tenminste uit de wind!!! Het wordt een dag vol regen, niet het fijnste om in te rijden maar gelukkig waait het hier niet meer. We maken bij Åmot een omweg naar Dalen omdat op een wegwijzer het Telemarkkanaal met de scheepsliften wordt aangegeven. We vinden uiteindelijk wel een scheepsliftje waarmee kleine scheepjes van het ene naar het andere meer worden getild, maar dat is niet wat we verwacht hadden. We vinden we hier een skiresort bestaande uit een heel aantal hutten bedekt met plaggendaken. Dit schijnt een goede warmteisolering te zijn. Terug naar de E134 en komen tenslotte in Heddal waar het grootste, uit de 12/13e eeuw stammend, staafkerkje in Noorwegen staat. Het kerkje is in uitmuntende staat, de muurschilderingen zijn goed bewaard gebleven en de originele bisschopsstoel uit de 13e eeuw staat op het koor te pronken. Deze staafkerk is tot op de dag van vandaag als hoofdkerk van Heddal in gebruik. Het wordt al laat in de middag als we enkele kilometers voor Kongsberg (hé dat klinkt bekend, daar waren we op de heenweg ook) een picknickplaats opzoeken voor het diner en de nacht (N 59° 37.84, E 9° 31.817). Week 5 zit er nu op. Morgen langs Oslo en dan Zweden in voor de rit richting Malmö.
|
|
||||||||
Terug naar index |